Gistermiddag stond er een nieuwe zangeres voor m’n deur met een exotische naam, hetgeen bij mij altijd de nodige opgetogen nieuwsgierigheid teweeg brengt. Ik deed open en een vriendelijke verschijning stond voor me, iemand bij wie je je meteen op je gemak voelt. Bescheiden, geduldig, en heel haar wezen straalde iets uit van; ‘het is allemaal okee’. Ik vroeg haar wat haar favoriete muziekgenre was, en zij zei; ‘Turkse muziek’. Mijn mondhoeken raakten mijn ogen. Toen ik haar vroeg wat ze wilde zingen zei ze; ‘een engels nummer’. Mijn mondhoeken vielen weer omlaag. Ik zei; ‘maar je zingt toch het liefst Turkse muziek?’ ‘Ja, maar dat vind ik een beetje raar voor u’, zei ze. Ik legde haar uit dat ik in alle uithoeken van Turkije geweest ben. En dat in mijn huis al Perzisch, Arabisch, Hebreeuws, Wolof, Russisch, Sloveens en nagenoeg alle Europese talen gezongen zijn, en dat ik het enorm zou appreciëren als mijn muren ook het Turks mochten absorberen. Ze lachte verlegen en zei; ‘okee dan’.
En daar ging ze. Het lied begon en mijn hart sprong op bij het horen van de vertrouwde klanken van sas en darbuka. Ik was blij om te horen dat ze voor een traditioneel nummer gekozen had, en niet die hedendaagse boecht met boem boem die tegenwoordig de Turkse charts regeert. Een zee van herinneringen kwam naar boven. Ze zong met een prachtige, stille stem. Zeer muzikaal, maar het was nog allemaal wat ingetogen. Zoals vaak gebeurt tijdens een eerste les.
Ik vertelde haar over één van de mooiste zang-ervaringen van m’n leven. Ik was in Konya, de meest traditionele, religieuze stad van Turkije. Toeristen hadden mij gezegd daar niet naar toe te gaan omdat het ‘zo’n strenge stad was’, maar ik dacht; ‘tof, daar zijn weinig toeristen’ en genoot van die vriendelijke stad. Toen ik langs de grote moskee liep was daar net ’t vrijdaggebed bezig. De moskee was open langs de zijkanten, en ik keek naar binnen. Ik vond ’t een beetje ongepast om naar zo’n enorme groep biddende mannen te kijken, maar ik kan zo genieten van die sfeer van gezamenlijke concentratie, dat ik toch bleef kijken. Ik had heel wat bekijks; die grote, westerse man die in de coulissen stond toe te kijken, dus besloot ik met spijt om door te gaan, toen een man in die menigte gebaarde; ‘kom hier’. Hij maakte plaats naast hem en ’t was duidelijk dat de bedoeling was dat ik daar kwam zitten. Ik gebaarde dat dat nogal moeilijk ging, en dat ik niet wilde storen, maar hij maakte duidelijk dat ‘nee’ geen optie was, dus ik strompelde tussen die zee van zittende mannen en vond struikelend mijn plekje.
Wat onwennig maar toch zeer vereerd zat ik daar, in korte broek en blote voeten tussen al die biddende mannen. Zij knielden en bogen voorover en ik… deed mee. Een enorm gevoel van saamhorigheid en verbondenheid bekroop mij. Ik dacht; ‘hun manier van bidden is toch leuker; er gebeúrt tenminste iets!’ De imam sprak en wij luisterden. Na een lange stilte kwam opeens, uit het niets, een stem van achter uit de moskee. Die zong, die zong, zo luid, zo scherp, zo indringend… nog nooit zoiets gehoord. Hij zong zó luid dat ’t door mijn kleren, door mijn lichaam ging. Ik voelde m’n organen bijna ontploffen als glas. Wát een geluid. Ik kon de man niet zien en misschien was dat ook goed. Rillingen van m’n hoofd, langs m’n armen, tot m’n tenen. De stilte na zijn zang was verpletterend. Iets in mijn lichaam was veranderd. Mijn lijf zou nooit meer hetzelfde zijn.
Ik had geen flauw idee hoe ’t mogelijk was dat iemand zó kon zingen. Maar na 4 jaar studeren aan het Complete Vocal Institute in Kopenhagen weet ik nu wat die man doet, en kom ik al een behoorlijk eind in de buurt.
De Turkse zangeres komt over twee weken terug, ik verheug me er nu al op. Na haar kwam een jonge Marokkaanse singer songwriter die prrrrachtige nummers in het engels schrijft. En de avond eindigde met een Vlaamse dame die van mij eiste dat ik samen met haar ‘Woman in Love’ zong van Barbra Spreidstand. Ze was stomverbaasd dat ik de tekst van buiten kende. En daar stonden we dan, op vrijdagavond, te dansen en te blijten; ‘I am a Woman in Love’ mee te kelen als twee volleerde dramaqueens… Wát een plezier!